Aanranding
Van aanranding is sprake als de dader een ander door (bedreiging met) geweld of (bedreiging met) een andere feitelijkheid dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen. Aanranding is strafbaar gesteld in artikel 246 Sr.
Er zijn veel situaties denkbaar zijn waarin een verdenking kan ontstaan ter zake van aanranding, bijvoorbeeld in het uitgaansleven, in het openbaar vervoer, op het werk of bij een sportclub. Er moet in ieder geval sprake zijn van ontuchtige handelingen. Dit zijn seksueel getinte handelingen die strijdig zijn met de sociaal-ethische normen, zoals bijvoorbeeld het ongewenst (laten) betasten van geslachtsdelen, billen of borsten. Daarnaast moeten sprake zijn van (dreiging met) geweld of (dreiging met) een feitelijkheid, waardoor de ander de handelingen moet toestaan of moet plegen.
Of een bepaalde daad als aanranding kan worden aangemerkt is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Zo zal bijvoorbeeld het aanraken van iemands billen niet gauw als aanranding worden beschouwd wanneer omhoog geduwd wordt tijdens wandklimmen, maar is dezelfde handeling in de meeste situaties op kantoor niet gepast (en dus strafbaar). Daarbij geldt dat een handeling die als grensoverschrijdend kan worden gezien, nog niet automatisch aanranding oplevert.
De context waarin de gedraging zich afspeelt is dus van groot belang is om te kunnen bepalen of sprake is van een seksuele strekking. Om een tenlastelegging van aanranding te kunnen bewijzen speelt het begrip geweld of een feitelijkheid echter eveneens een belangrijke rol. Of hiervan sprake is dient te worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval. Poging tot aanranding is ook strafbaar. Hiervan is sprake wanneer de uitvoering van de ontuchtige handeling niet is voltooid wegens externe omstandigheden (bijvoorbeeld plotselinge voorbijgangers).
De strafbare feiten aanranding en verkrachting lijken sterk op elkaar, omdat het in beide gevallen gaat om een ontuchtige/seksuele handeling die tegen de wil van de ander in gaat. Het verschil is dat bij verkrachting ook sprake moet zijn van ‘seksueel binnendringen’.
Op zedendelicten staan hoge (gevangenis)straffen gesteld, ook wanneer een dader nog nooit eerder is veroordeeld. De maximale gevangenisstraf op aanranding is acht jaar. Straffen kunnen uiteenlopen van een werkstraf, soms in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf, tot een flinke gevangenisstraf bij verdergaande seksuele handelingen.
Regelmatig wordt aangifte gedaan van zedendelicten als aanranding of verkrachting en niet zelden is er naast de aangifte vrijwel geen ander bewijs. Hier liggen mogelijkheden voor de verdediging. Een verdachte van aanranding verdient bijstand van een gespecialiseerde advocaat die samen met de verdachte een verdedigingsstrategie kan bepalen.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met FTW Advocaten.