Vuurwapens
Artikel 2 van de Wet Wapens en Munitie (WWM) onderscheidt twee categorieën vuurwapens, II en III. Onder categorie II vallen vuurwapens die niet onder één van de andere categorieën vallen, automatische vuurwapens en geheime of heimelijk draagbare vuurwapens.
Onder categorie III vallen de overige andere vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen, maar ook bepaalde typen alarm- en startpistolen. Het invoeren, vervoeren, voorhanden hebben en dragen van vuurwapens is strafbaar gesteld in de WWM.
Bij de beoordeling of sprake is van verboden vuurwapenbezit zijn twee aspecten van belang. Allereerst moet sprake zijn van bezit. Dat betekent dat iemand beschikkingsmacht en bewustzijn moet hebben. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval zal de rechter dit beoordelen. Daarnaast dient te worden vastgesteld of het gaat om een (vuur)wapen als bedoeld in de wet.
Het bezit van alle vuurwapens en munitie is in beginsel verboden. Behalve voor bepaalde antieke vuurwapens, omdat daarvoor een bepaalde vrijstelling geldt die is vastgelegd in de Wet Wapens en Munitie. Tevens is het mogelijk dat u een wapenvergunning (wapenverlof) krijgt voor het bezitten van een vuurwapen.
Als de rechter tot een bewezenverklaring van verboden vuurwapenbezit komt, is het afhankelijk van het soort vuurwapen wat voor straf er wordt opgelegd. De straffen voor verboden wapenbezit zijn fors. In juli 2021 zijn de zogeheten LOVS-oriëntatiepunten aangepast. Het oriëntatiepunt voor het bezit van een pistool of revolver in een woning is vier maanden (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf en het oriëntatiepunt voor bezit van een automatisch vuurwapen in een woning 12 maanden. Strafverhogend zijn bijvoorbeeld of het wapen is geladen, het onder handbereik is in een voertuig of het in het openbaar wordt gedragen.
Vuurwapenbezit is een serieuze verdenking waarbij een goede verdediging geboden is.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met FTW Advocaten.