Hoger beroep
In Nederland kan iedere zaak steeds ten minste twee keer feitelijk aan een rechter worden voorgelegd, één keer aan een lagere rechter en één keer aan een hogere rechter. De procedure bij de lagere rechter wordt meestal als eerst gevoerd en wordt ook wel de ‘eerste aanleg’ genoemd. Voorbeelden van een procedure in eerste aanleg zijn een bodemprocedure of een kort geding.
De hoger beroep procedure volgt meestal na de eerste aanleg en wordt ook wel het ‘appel’ genoemd. Voorbeelden van een procedure in appel zijn een hoger beroep tegen een vonnis dat in eerste aanleg in een bodemprocedure of in een kort geding is gewezen. In beide procedures behandelen en beoordelen één of meerdere rechters de zaak inhoudelijk aan de hand van de feiten.
Zaken kunnen in Nederland ten slotte ook nog aan een hoogste rechtscollege worden voorgelegd, zoals de Hoge Raad. Men spreekt dan van cassatie. In cassatie worden de feiten niet opnieuw behandeld of beoordeeld, maar wordt voornamelijk bezien of het recht op de juiste wijze is toegepast.
Als u het niet eens bent met een uitspraak van een rechter in eerste aanleg dan kunt u daartegen dus in hoger beroep. Voor het instellen van hoger beroep is bijstand door een advocaat vereist. In het hoger beroep zal u duidelijk moeten maken op welke onderdelen van het vonnis in eerste aanleg u het niet eens bent en waarom u het daarmee niet eens bent. U kunt het gerechtshof onder meer vragen het vonnis in eerste aanleg te vernietigen en een nadere (andere) uitspraak te doen. De klachten op grond waarvan u het niet eens bent met het vonnis in eerste aanleg noemt men grieven. Het gerechtshof toetst vervolgens in het hoger beroep alle argumenten die partijen zowel in de eerste aanleg en in hoger beroep hebben aangevoerd, voor zover deze ‘passen’ binnen de in hoger beroep ingestelde grieven.
Hoger beroep in een reguliere (bodem)zaak dient te worden ingesteld voordat drie (3) maanden zijn verstreken nadat het vonnis in eerste aanleg is gewezen. Indien het vonnis waartegen beroep wordt ingesteld een kort geding vonnis betreft, dient uiterlijk binnen vier (4) weken hoger beroep te worden ingesteld. Indien niet op tijd hoger beroep wordt ingesteld dan valt niet eenvoudig meer iets tegen het vonnis in eerste aanleg te doen. Op tijd zijn is dus zeker bij het instellen van hoger beroep een groot goed.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met FTW Advocaten.