In het algemeen geldt dat het COVOG vanaf de datum van de aanvraag van de VOG 4 jaar terugkijkt op het strafblad. Is aan de aanvrager een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, dan bedraagt de terugkijktermijn 8 jaar en voor zedendelicten geldt een onbeperkte terugkijktermijn. Is het feit gepleegd toen de aanvrager minderjarig was, dan kijkt het COVOG in vrijwel alle gevallen maar 2 jaar terug.