Een uithuisplaatsing (UHP) kan door de kinderrechter worden opgelegd als de ontwikkeling van het kind ernstig wordt bedreigd en andere interventies, zoals vrijwillige hulp of een ondertoezichtstelling (OTS), onvoldoende zijn gebleken.
Een UHP wordt in eerste instantie voor maximaal één jaar opgelegd, maar deze termijn kan worden verlengd als de situatie daarom vraagt.