Wat zijn de juridische gevolgen van verboden wapenbezit volgens de Wet Wapens en Munitie?

De Wet Wapens en Munitie (WWM) maakt onderscheid tussen verschillende categorieën wapens. Onder categorie II vallen vuurwapens die niet onder andere categorieën vallen, evenals automatische vuurwapens en geheime of heimelijk draagbare wapens. Categorie III omvat geweren, revolvers, pistolen en bepaalde typen alarm- en startpistolen. Het invoeren, vervoeren, voorhanden hebben en dragen van deze wapens is strafbaar gesteld in de WWM.

Wanneer iemand verdacht wordt van verboden wapenbezit, zijn er twee belangrijke aspecten die beoordeeld moeten worden:

1.Het bezit: Dit betekent dat de verdachte beschikkingsmacht en bewustzijn moet hebben over het wapen. Afhankelijk van de omstandigheden beoordeelt de rechter of dit het geval is.

2.Het wapen: Daarnaast moet het voorwerp onder de definitie van een (vuur)wapen vallen zoals beschreven in de WWM.

Wat zijn de uitzonderingen op het vuurwapenverbod?

Hoewel het bezit van alle vuurwapens en munitie in principe verboden is, geldt er een uitzondering voor bepaalde antieke vuurwapens. Voor deze wapens kan een vrijstelling gelden die in de WWM is vastgelegd. Daarnaast is het mogelijk om een wapenvergunning (wapenverlof) aan te vragen voor het legaal bezitten van een vuurwapen.

Wat zijn de straffen voor verboden wapenbezit?

Als de rechter tot een bewezenverklaring van verboden vuurwapenbezit komt, hangt de straf af van het soort wapen. In juli 2021 zijn de LOVS-oriëntatiepunten aangepast, waarbij de straffen voor wapenbezit zijn verscherpt. Het bezit van een pistool of revolver in een woning kan bijvoorbeeld leiden tot een gevangenisstraf van vier maanden. Voor het bezit van een automatisch vuurwapen kan een gevangenisstraf van twaalf maanden worden opgelegd. De straf kan worden verhoogd als het wapen geladen is, binnen handbereik in een voertuig ligt of in het openbaar wordt gedragen.

Wat valt onder categorie I en IV wapens?

De Wet Wapens en Munitie behandelt niet alleen vuurwapens. Categorie I wapens omvatten niet-vuurwapens zoals messen (waaronder vlindermessen en stiletto’s), boksbeugels, pijlen, katapulten en bepaalde nepvuurwapens. Categorie IV omvat wapens die volwassenen wel mogen bezitten, maar niet in de publieke ruimte mogen dragen. Denk hierbij aan zwaarden, bajonetten, wapenstokken, kruisbogen en harpoenen. Ook lucht-, gas- en veerdrukwapens die sterk lijken op echte vuurwapens vallen hieronder.

In de meeste gevallen is er weinig discussie over de vraag of een bepaald voorwerp onder de wapenwet valt, maar bij randgevallen, zoals creditcardmesjes en imitatiewapens, is het belangrijk de bevindingen van de deskundige nauwkeurig te controleren.

Wat zijn de regels voor speelgoedwapens?

FTW Advocaten komt regelmatig cliënten tegen die in aanraking komen met justitie vanwege het bezit van een goed nagebootst speelgoedpistool. Hoewel dergelijke nepwapens vaak legaal zijn verkregen, geldt de regelgeving van de WWM hier ook. Volgens artikel 2 van de WWM vallen wapens die een ernstige bedreiging kunnen vormen of die sterk op echte wapens lijken onder categorie I. Tot 2014 was het bezit van speelgoedwapens die op echte wapens leken strafbaar. Deze bepaling is echter geschrapt door de invoering van de Europese Speelgoedrichtlijn (2009/48/EG), waardoor het bezit en de verkoop van (niet-schietende) speelgoedreplica’s sindsdien is toegestaan, mits ze zijn voorzien van een CE-keurmerk.

Waarom is goede rechtsbijstand belangrijk bij verboden wapenbezit?

Verboden wapenbezit is een serieuze verdenking waarbij zware straffen kunnen worden opgelegd. Daarnaast kunnen er misverstanden ontstaan over het soort wapen, vooral bij speelgoedreplica’s of nepwapens. Het is essentieel om een ervaren advocaat in te schakelen die het dossier grondig kan bestuderen en een sterke verdediging kan opbouwen. FTW Advocaten heeft ruime ervaring met zaken rondom wapenbezit en kan u deskundig bijstaan.