Verduistering
Verduistering is het zonder toestemming toe-eigenen van een goed, dat je eerder rechtmatig onder je had. Het is strafbaar gesteld in artikel 321 Sr.
Voorbeelden van verduistering zijn de portemonnee die is gevonden op straat niet naar de politie terugbrengen maar voor zichzelf houden, of de auto die wordt gehuurd na afloop van de verhuurperiode niet niet terugbrengen, maar gebruiken alsof de eigendom is overgegaan. De enkele omstandigheid dat de verdachte een gehuurd of gevonden goed niet heeft teruggebracht of de verschuldigde geldsommen niet heeft betaald, is op zichzelf niet voldoende voor het bewijs van wederrechtelijke toe-eigening, daar is meer voor nodig.
Soms is de scheidslijn tussen het strafbare feit verduistering en civielrechtelijke aansprakelijkheid dun. Het is logisch dat niet iedereen die een huurauto te laat terugbrengt zich schuldig maakt aan verduistering. Van verduistering kan pas sprake zijn als degene na afloop van de huurperiode opzettelijk als heer en meester over de auto gaat beschikken. Anders gezegd: er is pas sprake van verduistering als de huurder zich na afloop van de huurperiode gedraagt alsof hij de eigenaar van de auto is en bijvoorbeeld bewust niet reageert op aanmaningen en telefoontjes van het verhuurbedrijf.
Verduistering onderscheidt zich van diefstal doordat een goed bij verduistering al rechtmatig onder de dader was. Bij diefstal is dat niet het geval. Daarnaast is verduistering ook nadrukkelijk iets anders dan heling, omdat bij heling het bezit van een gestolen goed al strafbaar is, terwijl voor strafbare verduistering een toe-eigeningshandeling (van een niet-gestolen goed) is vereist.
De maximale straf op verduistering is drie jaar of een geldboete van de vijfde categorie, verduistering in dienstbetrekking wordt bedreigd met maximaal vier jaar gevangenisstraf.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met FTW Advocaten.