Rijden onder invloed
(drugs en lachgas)
Rijden onder invloed van drugs is strafbaar gesteld in artikel 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994. Bij de verdenking van rijden onder invloed van drugs (al dan niet in combinatie met andere stoffen) zal de politie de verdachte vorderen tot medewerking aan speekseltest. Als deze test een indicatie geeft voor het gebruik van drugs, zal verzocht worden om medewerking te verlenen aan het afnemen aan een bloedtest.
Het bloed dient te worden afgenomen door een arts of verpleegkundige in aanwezigheid van een opsporingsambtenaar. Het bloedonderzoek wordt gedaan door een geaccrediteerd laboratorium die binnen enkele weken het bloed dient te onderzoeken en dit onderzoek tijdig moet meedelen aan de verdachte. Ook dient te verdachte gewezen te worden op zijn recht op een tegenonderzoek. Indien uit het bloedonderzoek blijkt dat de grenswaarden voor enkelvoudig gebruik of meervoudig gebruik van drugs zijn overschreden zal er strafrechtelijk worden opgetreden.
Hoewel lachgas geen verboden stof is in de zin van de Opiumwet, wordt het ook beschouwd als een stof waarvan de bestuurder weet of redelijkerwijs moet weten dat het de rijvaardigheid kan verminderen. Indien de bestuurder verkeert onder zodanige invloed van die stof dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht is hij ook strafbaar
Hoewel er nog geen expliciete oriëntatiepunten zijn geformuleerd met betrekking tot de straffen die worden opgelegd bij rijden onder invloed van drugs worden in de regel een geldboete of werkstraf, gecombineerd met (voorwaardelijke) rijontzegging opgelegd. De uiteindelijke straf wordt altijd afgestemd op de omstandigheden van het geval en de persoonlijke omstandigheden.
CBR
Bij (het vermoeden van) drugsgebruik in het verkeer krijgt de verdachte vaak óók met het CBR te maken. Indien er een vermoeden is dat de houder van een rijbewijs niet langer lichamelijk of geestelijk geschikt is om te kunnen rijden, zal het CBR de geldigheid van het rijbewijs schorsen en een onderzoek instellen naar de geschiktheid. Een psychiatrisch onderzoek maakt hier deel van uit.
Het is in dat geval alleen mogelijk om het rijbewijs eerder terug te krijgen door een bezwaarschrift in te dienen tegen de beslissing van het CBR en gelijk een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank. Dit kan echter alleen maar wanneer betrokkene ten onrechte door de politie als bestuurder is aangemerkt of er tijdens het onderzoek fouten zijn gemaakt waardoor de uitslag van het onderzoek niet juist is. Indien er geen fouten zijn gemaakt tijdens het onderzoek, zal de bestuurder er niet aan ontkomen om het onderzoek naar de rijgeschiktheid te ondergaan.
Het is verstandig om een ervaren advocaat in te schakelen bij het rijden onder invloed van drugs. Onze advocaten hebben die ervaring.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met FTW Advocaten.