Kort geding (voorlopige voorziening)
Indien een voldoende spoedeisend belang bestaat bij toewijzing van een vordering dan kunt u een kort geding aanhangig laten maken. U verkrijgt dan op korte termijn, veelal binnen drie tot vier weken, een beslissing op uw vordering.
Een kort geding dient voor de eisende partij te worden aangevraagd door een advocaat. De advocaat vraagt de voorzieningenrechter van de rechtbank om een datum te bepalen waarop het kort geding zal kunnen worden gehouden. Die datum dient vervolgens aan de wederpartij te worden medegedeeld. Tevens zal daarbij (een conceptversie van) de dagvaarding moeten worden meegestuurd. Indien namens de wederpartij een advocaat of gemachtigde bekend is, zal de advocaat op voorhand zogenaamde verhinderdata opvragen over een periode van 5 tot 7 weken. Verhinderdata zijn dagen waarop een partij in ieder geval niet in de gelegenheid is een zitting bij te wonen. De rechtbank zal met die verhinderdata bij het plannen van de kort geding zitting rekening houden. Als gedaagde partij bent u niet verplicht een advocaat in te schakelen. Veelal is dat echter wel raadzaam, aangezien u anders het risico loopt de zaak op ‘formele’ onderdelen te verliezen.
Het oordeel van de voorzieningenrechter is bedoeld als een tijdelijk oordeel. Tijdelijk in de zin dat door de voorzieningenrechter zonder uitvoerig de zaak te onderzoeken een voorlopige beslissing wordt gegeven totdat in de hoofdzaak een andere beslissing wordt gegeven. In de praktijk leggen partijen zich echter veelal bij een kort geding vonnis neer, waardoor deze vaak is aan te merken als ‘eindvonnis’ en waardoor de beslissing van de voorzieningenrechter feitelijk permanent is geworden. Dat heeft ermee te maken dat de voorzieningenrechter met zijn oordeel vooruitloopt op wat hij verwacht dat het oordeel zal zijn in de bodemprocedure (hoofdprocedure). Wordt een vordering derhalve in kort geding toe- of afgewezen, dan geeft dat al een aanwijzing voor de verwachte beoordeling in een later te voeren bodemprocedure.
Een bijzondere variant van het kort geding is het zogenaamde ‘spoed kort geding’, dat kan worden opgestart wanneer de beoordeling van een vordering zeer spoedeisend is. Denk bijvoorbeeld aan een schip dat dreigt een haven uit te varen en aan de ketting dient te worden gelegd. In het meest verstrekkende geval kan direct een beslissing worden verkregen van een voorzieningenrechter. Daarvoor is echter wel vereist dat sprake is van bijzonder spoedeisende omstandigheden.
Veelal doet de voorzieningenrechter uitspraak op een termijn van 14 dagen na de terechtzitting. Mocht dat nodig zijn, dan kan de voorzieningenrechter echter ook direct ter zitting uitspraak doen.
Procederen in kort geding kent andere procedurele en bewijsvoorschriften. Het is dan ook niet voor niets dat van de eiser wordt verlangd dat een advocaat wordt ingeschakeld. Een uitgebreide beschrijving van de bijzonderheden van het kort geding gaat het bereik van dit artikel te buiten.
Neem voor meer informatie vrijblijvend contact op met FTW Advocaten.